De werkwijze
In de figuratieve kunst zijn een aantal stromingen: ‘Naar de natuur’(stilleven landschap, model), ‘Fotorealisme’ (foto als hulpmiddel), ‘Uit het hoofd’ (fantasie, nieuwe werkelijkheid).
Het is duidelijk dat ik bij de laatste categorie hoor.
De voorstelling ontstaat en verandert gaandeweg. Verhaal, compositie en penseelwerk dienen voortdurend op elkaar afgestemd, momenten van verslapping dwingen later tot ingewikkelde herstelwerkzaamheden. Alle ballen gelijktijdig in de lucht houden is de grootste uitdaging.
Never a dull moment.
De helden
Eind jaren 60 ontdekte ik de strip ‘Little Nemo’, sindsdien is Winsor McCay mijn superheld.
Zijn wereld kent geen grenzen, kantelt, vergroot, verkleint en vervormt, zodat niets is wat het aanvankelijk scheen te zijn in Nemo’s dromen.
Omdat ik een tekenende schilder ben, is het logisch dat Peter Vos en Mœbius ook helden zijn, evenals Topor. Om hun bizarre invallen, subliem op papier gezet, moet je ze wel bewonderen.
De canvasheld is Francis Bacon, natuurlijk.
De leermeester
Van Jac. Prince, in Middelburg, leerde ik niet alleen modeltekenen en alle ins en outs van de olieverf, maar naast alle technische vaardigheden die ik bij hem opstak, was hij, man van morbide en bizarre grappen, degene die het luik naar het rariteitenkabinet in mijn hoofd opende. Veel credits dus.
De zalen
In de loop der jaren heb ik diverse zalen, wachtkamers, interieurs en cafe’s mogen opfleuren.
De krantentekeningen
Gedurende 20 jaar maakte ik tekeningen bij sfeerreportages en themabijlagen (Vrije Volk/ Nieuwsblad vh Noorden/ GPD), politici (Volkskrant), cartoons (Voetbal International),politieke prent ( Winschoter Courant) en rechtbank (Nieuwsblad/ GPD).
Met Erik Beenker trok ik, voor onze eigen pagina, jarenlang tweewekelijks door het noorden op zoek naar opmerkelijke zaken.
De kunstcommissie’s
Van de jaren 70 tot de jaren 90 zat ik namens de BBK (vakbond kunstenaars) in diverse kunstcommissie’s, waaronder de Culturele Raad, Opdrachtadviescommissie’s, Aankoopcommissie BKR, Artotheek in oprichting, allen te Groningen.
De vrienden
Trudy Kramer, Ger Siks, Wim Jonkman en Patricia Suer zijn de vrienden van meerdere gezamenlijke expo’s.
De reizen
Vanaf de jaren 60 reset ik mijn hoofd en verruim mijn blik over de grens in Noord Africa (liftend door Algerije), Turkije, USA, China (over the South China Sea to Hainan ), Australie (acrobatics in a Tigermot), Bali, Zuid Africa, Argentinie (sky diving) en Uruguay, Canada ( en Newfoundland) en alle windstreken van Europa.
De exposities
Onder andere: Groninger Museum, Markiezenhof Bergen op Zoom, Drents Museum Assen, Museum de Buitenplaats Eelde, Synagoge Groningen, Oosterpoort Groningen, Bruggebouw Emmen, Schuttershof Middelburg, Historisch Museum Amsterdam, Kunsthistorisch Instituut Groningen, Gasunie Groningen, Museum Oldenburg. Galleries: Wiek XX, Bonnard, Item, de Boer Waalkens, Librije, Vieleers.
Wessel Gansfort Award in 1991.
Aangekocht door
Onder andere: Cityhall Zwolle, Beatrixoord Haren, Gasunie Groningen, University Hospital Groningen (UMCG), Museum Markiezenhof Bergen op Zoom, the city of Groningen, the city of Den Haag, Drents Museum, Nijsingh huis Eelde, Nederlandse Kunststichting, bars, restaurants, private concerns.
Enkele boeken en recentie’s
- Henk van Os / Groninger Museum ‘Jong in Groningen’
- Gasunie 1997 ‘Bovengrondsbezit’ en 2004 ‘Sieraden voor het gebouw’
- Diederik Kraaijpoel 1997 ‘De grijpbare vorm’
- Pieter Scheen 1969 Lexicon
- Drents Museum/Galerie WiekXX 2004 ‘De figuratie als geschenk’
- Jaques Hermus 2001 ‘101 Markante Groningers van de twintigste eeuw’
- Max Dendermonde 1993 ‘De Groninger sonnetten’
- Youp van ‘t Hek 2004 ‘De wonderlijke broertjes Pim en Pietje’
- Harry Huizing 2002 ‘Het koninkrijk dat nooit af was’
- Gertjan Aalders 1007 ‘Archibalds afscheid’
- Erik Beenker 2016 ‘Wonderkrant in Stad en Ommeland’
- Paul Steenhuis NRC 1991 ‘Een bres in de beschaafde smaak’
- Alfred Meester 1994 ‘De wonder bizarre wereld van Olga Wiese’
- Fred Jilleba Het Vrije Volk 1960 ‘Fantasierijke kunst’
- Paul Bollen NvhN 1965 ‘Olga Wiese en de mensjes’
- Bert Boekschoten UK 1984 ‘The private eye’
- Friggo Visser NvhN 1988 ‘Wiese, in apen, beren en kroegtijgers’
- Erik van der Poel Consigne 1994 ‘Niets is wat het in eerste instantie lijkt’
- Jan Louwes DGP 1998 ‘Wiese moet zweten en zwoegen’
Bericht van Henk van Os
"Paintings by Olga Wiese are in a sense trick. At first glance they seem to belong to trendy realism but at a second look this impression appears to be wrong. She is not meticulously painting landscapes, portraits, or still-lives nor is she indulging in form of mystic symbolism. Not by reality but by very specific realities. In fact she represents an artistic attitude known in the 16th century as 'Kuriositätenliebe'. This way of looking at the world around you, discovering the oddities and rarities of life in a way has become her way of painting. This to me is the most fascinating aspect of her art. She does not just represent curious things, she detects them during the process of painting. Painting does not mean to her a theatrical arrangement of given facts. The action itself is a mean of realizing fantasies.
Her career over the last twenty years shows a surprisingly consistent development. In the last works she displays a precision of drawing and a richness of color which make her paintings monuments of modern phantasy. It is as if Brueghel's 'Dulle Griet' has been given life again. She walks through a landscape full of most unbelievable visual adventures."
Henk van Os
26th August 1985
